Betaal veilig met iDEAL of Bancontact

Zakgoed, supplementen & BigBoxen

Handige bezorgservice

Kies je filters

Categorie
Onderwerp
Type
1 - 24 van 22 artikelen |
Sorteren op:
Voeding en training
Bietenpulp voor paarden
Bietenpulp voor paarden bestaat uit ruwvoer en bevat veel vezels. In dit artikel lees je meer over de voordelen van bietenpulp en waarom het gezond is om aan je paard te voeren. Het dagelijkse paardenmenu bestaat uit ruwvoer en eventueel krachtvoer en/of supplementen. Het belangrijkste onderdeel van dit menu zijn de vezels uit ruwvoer. Paarden halen hun (langzaam vrijkomende) energie grotendeels uit vezels door fermentatie in de dikke darm. Het hele maagdarmkanaal van een paard is zo ingericht dat het de hele dag vezels wil verteren – denk maar aan hoe paarden in de vrije natuur de hele dag door grazen. Vezels zijn heel belangrijk voor de gezondheid van een paard, want zonder deze vezels werkt het spijsverteringskanaal niet naar behoren. Bietenpulp is een hoogwaardig ruwvoer bestaande uit supervezels. Voordelen bietenpulp voor paarden Vezels uit bietenpulp hebben een goede werking op de darmgezondheid van het paard. De vezels voeden de bacteriën die leven in de dikke en de blindedarm, ze hebben een zogenoemde prebiotische werking. Hierdoor blijven de bacteriën die in de darmen leven in topconditie, worden voedingstoffen in het hele paardenmenu beter verteerd en komen er minder schadelijke afvalstoffen vrij. De combinatie van de prebiotische werking en het extreem lage suikergehalte in bietenpulp maakt dit product zeer geschikt om magere paarden op een gezonde en veilige manier op gewicht te brengen. Het lage suikergehalte zorgt er ook voor dat bietenpulp geschikt is voor paarden die gevoelig zijn voor suiker, zoals paarden met insulineresistentie, hoefbevangenheid, equine metabool syndroom (EMS) of PPID (ziekte van Cushing).   Verder bevat bietenpulp pectine, wat helpt om de maag tegen maagzuur te beschermen. Dit doet pectine door een beschermende laag in de maag aan te maken. Pectine is een oplosbare vezel, in tegenstelling tot andere ruwe vezels die alleen verteerd worden door middel van bacteriën in de dikke darm – ook wel fermentatie genoemd. Dit maakt dat pectine zowel een prebiotische werking heeft in de maag als in de darmen. Bietenpulp is een fantastische bron van langzaam vrijkomende energie en perfect geschikt voor (wedstrijd)paarden. Let op: bietenpulp moet aangemaakt worden met water en is daardoor een uitstekende ruwvoeraanvulling voor paarden met gebitsproblemen. Bietenpulp zonder melasse Bietenpulp is een bijproduct van de suikerbietenindustrie. Nadat sap wordt gewonnen uit de cellen van de suikerbieten blijft de pulp over. Deze pulp wordt vervolgens gebruikt voor diervoeding. Het sap uit de bieten wordt gekookt en ingedikt, daaruit wordt melasse gehaald en wat overblijft is suiker. Melasse is een stroperige vloeistof en wordt gebruikt als grondstof voor de productie van bakkersgist, citroenzuur, gistextracten en alcohol. In diervoeders wordt melasse gebruikt als bindmiddel bij het drogen en persen van bietenpulp. Pavo is erin geslaagd om volledig ongemelasseerde bietenpulp te produceren in de vorm van Pavo SpeediBeet! Hierdoor is het suikergehalte in de Pavo bietenpulp zeer laag en dus ook prima geschikt voor paarden die hier gevoelig voor zijn.  Bekijk de video: waarom is Pavo SpeediBeet gezond?  Bietenpulp weken Bietenpulp is zeer droog en bevat slechts 5% vocht. Normale bietenpulp moet ongeveer 12 uur weken voordat het veilig gevoerd kan worden. Binnen 24 uur moet bietenpulp gevoerd worden om bacteriën en schimmels geen kans te geven zich te ontwikkelen. Wanneer bietenpulp niet geweekt wordt voor het voeren kan dit een slokdarmverstopping veroorzaken. De droge bietenpulp zal in het spijsverteringsstelsel van het paard in contact komen met lichaamssappen en uitzetten. Zorg er dus altijd voor dat je bietenpulp veilig bewaard, zodat je paarden er niet per ongeluk bij kunnen! Bietenpulp van Pavo Omdat veel paardenhouders het erg onhandig vinden om bietenpulp 12 uur van tevoren te weken heeft Pavo een speciale bietenpulp ontwikkeld. Doordat de bietenpulp wordt bewerkt via een gepatenteerd verhittingsproces kan het product snel – binnen 10 minuten - geweekt worden, in zowel warm als koud water. Zo maak je snel een gezonde maaltijd klaar! Om het suikergehalte in onze bietenpulp laag te houden wordt bietenpulp gespoeld voordat het wordt verwerkt in diervoeders. In Nederland wordt bietenpulp tweemaal gespoeld. Pavo laat bietenpulp speciaal uit Engeland komen waar bietenpulp viermaal wordt gespoeld! Pavo bietenpulp heeft hierdoor slechts een suikergehalte van 5%. Pavo heeft twee verschillende producten met bietenpulp: Pavo SpeediBeet en Pavo FibreBeet. Pavo SpeediBeet Pavo SpeediBeet is gemaakt van 100% snelwekende, ontsuikerde bietenpulpvlokken en bevat verder geen enkele toevoeging. SpeediBeet is ideaal om je paard op een veilige manier extra supervezels en energie bij te geven en een gezonde darmflora te ondersteunen. Dankzij de aanwezige pectine is het ook een goede aanvulling voor paarden met gevoelige maag/darmen. Pavo Speedibeet kan enkel nat gevoerd worden, dit maakt het product ook zeer geschikt voor (oude) paarden met een slecht gebit. Pavo FibreBeet Pavo FibreBeet bestaat uit Pavo SpeediBeet (snelwekende, ontsuikerde bietenpulp) verrijkt met eiwitten uit luzerne. Het is uitermate geschikt om paarden die behoefte hebben aan extra energie en eiwit te ondersteunen, zónder ze heet te maken. Pavo FibreBeet is ontwikkeld als risicoloze dikmaker voor paarden, ideaal voor paarden met een conditieachterstand, maar ook zeer geschikt voor (sport)paarden met een arme bespiering.  Pavo Fibrebeet moet ook geweekt gevoerd worden. Dit maakt het product ook geschikt voor (oudere) paarden met gebitsproblemen. Het toedienen van extra vocht is daarnaast ook zeer belangrijk na zware inspanning om uitdroging te voorkomen en herstel te ondersteunen.    
Lees meer 3m
Voeding en training
Eiwit in paardenvoeding
Eiwit is een noodzakelijke voedingsstof voor paarden. Dus is het belangrijk dat het paard dagelijks via voeding de nodige eiwitten en aminozuren binnenkrijgt. Maar wat zijn eiwitten precies? Hoeveel eiwitten heeft een paard nodig? En in welk paardenvoer zitten de meeste eiwitten? In paardenvoeding zitten drie essentiële voedingsstoffen: vetten, koolhydraten en eiwitten. Van alle onderdelen in het dieet van het paard is eiwit waarschijnlijk het meest onbegrepen. Lange tijd werd gedacht dat eiwit diende als energiebron voor het lichaam. Tegenwoordig weten we dat eiwitten - naast water, dé bouwstoffen voor alle weefsels in het lichaam zijn. Eiwitten in het paard Eiwit is een belangrijke voedingsstof voor paarden, omdat eiwitten bij vrijwel alle vitale processen in het lichaam van het paard betrokken zijn. Een eiwit bestaat uit een soort ketting van (verschillende) aminozuren. Als een paard eiwitten opneemt, breken enzymen en zuren in het spijsverteringskanaal de keten van aminozuren af. De individuele aminozuren gaan door de wand van de dunne darm naar de bloedbaan. Daar worden ze via de lever getransporteerd naar plaatsen waar ze nodig zijn voor groei en herstel van weefsels. Het lichaam kan echter niet alle typen aminozuren zelf maken, daarom moeten ze dagelijks in de voeding aanwezig zijn. Essentiële Aminozuren Een paard heeft de mogelijkheid om, wanneer daar behoefte aan is, bepaalde aminozuren in de lever om te bouwen tot een andere samenstelling. De aminozuren die een paard zelf kan maken noemen we ‘niet-essentiële aminozuren’. Er zijn ook aminozuren die een paard níet zelf kan maken, en deze ‘essentiële aminozuren’ alleen via de voeding kan binnenkrijgen. Met name lysine, methionine cysteïne en tryptofaan zijn belangrijke aminozuren voor het paard. Luzerne, lijnzaad en soja zijn bijvoorbeeld goede bronnen van essentiële aminozuren. De eiwitbehoefte van een paard De eiwitbehoefte verschilt per type arbeid en of een paard bijvoorbeeld drachtig is (geweest). Volgens het CVB Tabellenboek (2009) ligt de onderhoudsbehoefte van een volwassen paard op ongeveer 500 gram eiwit per dag. De behoefte van een sportpaard dat (zeer) zware arbeid moet verrichten, is grofweg twee keer zo hoog. Een lacterende merrie heeft met een gemiddelde behoefte van 1.600 gram eiwit per dag een drie keer zo hoge behoefte als een paard in onderhoud. Zie ook onderstaand schema. TYPE PAARD BEHOEFTE AAN EIWIT IN GRAM/DAG Volwassen paard 600 kg (warmbloed)   Onderhoud gemiddeld 521 Lichte arbeid 671 Gemiddelde arbeid 750 Zware arbeid 807 Zeer zware arbeid 1164     Drachtige merries   Maand 10 736 Maand 11 850     Lacterende merries   Maand 1 1593 Maand 2 1650 Maand 3 1650 Bron: CVB Tabellenboek, 2009 Eiwit in paardenvoer Het is dus belangrijk om de hoeveelheid eiwit in het rantsoen goed af te stemmen op de behoefte van je paard. Zo hebben drachtige en lacterende merries een andere eiwitbehoefte dan paarden die recreatief worden gereden of paarden die juist zware arbeid moeten verrichten in de sport. Fokkerij Opgroeiende paarden en drachtige en lacterende merries hebben veel bouwstoffen nodig. Daarom bevatten onze fokkerijproducten Pavo PodoLac, Pavo PodoStart en Pavo PodoGrow relatief hoge en kwalitatieve eiwitgehaltes. Sport Hard werkende sportpaarden hebben ook voldoende eiwitten nodig voor onder andere spieropbouw en spierherstel, waarvoor Pavo TopSport , Pavo Ease&Excel , Pavo Performance en Pavo Fibrebeet geschikt zijn. Hierbij zijn Pavo Performance en Pavo Ease&Excel uitermate geschikt voor optimale spierfunctie en spierherstel (energy level high), terwijl Pavo TopSport, als muesli-topping, zorgt voor optimale spieropbouw. Om je paard of pony (weer) in perfecte conditie te brengen is Pavo Fibrebeet de oplossing door de kwalitatief hoogwaardige eiwitten uit luzerne die erin verwerkt zijn. Recreatief/ sobere rassen ​Sobere rassen of paarden en pony’s die veel in de wei lopen en weinig werken, hebben naast ruwvoer maar weinig extra eiwit nodig. Voor deze paarden is een vitamine- mineralenbalancer, zoals Pavo Vital of een Pavo DailyFit koek voldoende. Oudere paarden Voor oudere paarden zijn internationaal geen exacte eiwitbehoeftes bekend. Er zijn wel sterke aanwijzingen dat de behoefte toeneemt naarmate het paard ouder wordt. In onze senioremuesli Pavo 18Plus hebben we hier dan ook rekening mee gehouden. Pavo hanteert bij paarden ouder dan twintig jaar een 20 tot 25 procent hogere behoefte dan het onderhoudsniveau van ‘normale’, jongere paarden. Dit betekent voor oudere paarden een dagelijkse onderhoudsbehoefte van 625-650 gram eiwitten. Verder is als aanvulling of lekkernij Pavo FibreBeet (11% eiwit) zeer geschikt. Fibrebeet is de veilige oplossing voor arm bespierde of zelfs dunne paarden. Door zijn vezelrijke inhoud past hij in ieder rantsoen. Is teveel eiwit schadelijk? Als het opgenomen eiwit niet wordt gebruikt als bouwstof, kan een paard het gebruiken als energiebron. Dit is niet schadelijk, maar ook niet erg efficiënt. Een teveel aan eiwit wordt via de nieren uitgescheiden als ammoniak. Die is belastend voor stal, milieu en paarden met luchtwegproblemen. Van belang is daarom dat de inname in balans is met wat jouw paard nodig heeft. Eiwit in ruwvoer Ruwvoer moet in principe het grootste deel van de dagelijkse eiwitbehoefte van je paard leveren. Maar steeds meer paardenhouders voeren ruwvoer van een onbemest grasland. Dit is op zich niet verkeerd, maar het is wel belangrijk dat het ruwvoer voldoende eiwit bevat, met name voor sportpaarden, lacterende merries en opgroeiende veulens. Door het land niet te bemesten krijg je namelijk vaak ruwvoeders met hogere suikergehaltes en lage eiwitgehaltes. Om deze reden hebben wij Pavo FieldCare ontwikkeld: kunstmest speciaal voor de paardenweide. Uit 1.300 ruwvoeranalyses voor paarden blijkt dat 39% van alle ruwvoermonsters die onderzocht zijn een laag tot zeer laag eiwitgehalte heeft. Dit is zelfs te laag voor de onderhoudsbehoefte van paarden die geen arbeid verrichten, maar zeker voor sportpaarden is aanvulling van eiwit dan noodzakelijk. 36% van de ruwvoermonsters heeft een gemiddeld eiwitgehalte en een kwart een hoog tot zeer hoog eiwitgehalte. Benieuwd naar de waarden van jouw ruwvoer? Laat dan een ruwvoeranalyse doen. Met een Pavo Ruwvoer Quickscan kun je testen hoeveel eiwit, suiker, energie en drogestof-gehalte je ruwvoer bevat. Deze gegevens kun je vervolgens weer gebruiken om – waar nodig – de juiste krachtvoeraanvulling te geven.
Lees meer 3m
Voeding en training
Ruwvoer zelf maaien en hooien
Wanneer je je paarden aan huis hebt staan of een gedeelte van je wei kunt gebruiken voor het zelf maaien van ruwvoer, heeft dat veel voordelen. Vooral voor je portemonnee! Maar hoe doe je zoiets? Hoelang moet het gras drogen voor voordroogkuil en hoelang voor hooi? En hoe zorg je voor een zo laag mogelijk suikergehalte? We leggen het graag uit. Hooi laten drogen en opslaan Ruwvoer is één van de eerste levensbehoeften van paarden. In de natuur scharrelen ze de hele dag rond en het beste is dan ook om ze nooit te lang zonder ruwvoer te laten staan. Onder ruwvoer verstaan we gras in de weide, maar ook hooi of voordroogkuil. Door het gras te laten drogen (kunstmatig of natuurlijk) wordt het vochtgehalte lager, ca 15-30 %. Gras laten drogen tot het hooi wordt, duurt ongeveer 5 dagen, afhankelijk van de weersomstandigheden. Door het lage vochtgehalte is het lang te bewaren (meer dan een jaar), omdat het ongevoeliger is geworden voor schimmels en andere micro-organismen. Hooi moet je wel droog opslaan. Hoe maak ik hooi voor paarden met een laag suikergehalte? Er zijn verschillende factoren die het suikergehalte in het gras bepalen. Voor paarden willen we deze het liefst zo laag mogelijk houden. Ga je zelf hooi maken? Dan is onder andere het tijdstip van maaien heel belangrijk. Op een normale zomerdag zijn de suikergehaltes ’s morgens heel vroeg namelijk het laagst. Als je gras gaat maaien om hooi van te maken, maai het gras dan tussen 05.00 uur en 10.00 uur ’s ochtends. Daarnaast stijgen suikergehaltes in het gras bij een tekort aan water (droogte) en als de bodem onvoldoende meststoffen bevat. Zorg dus dat je de wei een goede onderhoudsbemesting geeft. Gebruik bijvoorbeeld Pavo FieldCare: dit is een kunstmest speciaal voor paardenweides. Voordroog maaien en hooien Voordroogkuil krijg je door het gras ongeveer 3 dagen te drogen op het land en het daarna in te wikkelen met folie. De invloed van zuurstof wordt hierdoor beperkt en er treedt een verzuring op in de baal voordroogkuil. Deze wordt veroorzaakt door bacteriën, waarmee de houdbaarheid wordt vergroot. Door het hoge vochtgehalte (ca. 25-30% vocht) kan een aangebroken baal kuil gaan schimmelen. Zorg ervoor dat een aangebroken baal voordroogkuil binnen 4 à 5 dagen wordt verbruikt. In de warme zomermaanden kan de houdbaarheidstermijn van een aangebroken baal nog kleiner zijn door broei. De voedingswaarde van het hooi bepalen Met behulp van eigenschappen als geur, kleur en samenstelling kun je een redelijke inschatting maken van de kwaliteit van het hooi. Toch zegt dit niet alles over de voedingswaarde. Hiervoor kun je een analyse laten uitvoeren door het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek Eurofins Agro te Oosterbeek. Dit kan onder andere via de Pavo Ruwvoer Quickscan. Dit is een snelle analyse waarbij je weet hoeveel suiker, eiwit en energie er in je ruwvoer zit. In het rapport worden de uitkomsten weergegeven op een schaal van 1 tot 5, waarbij 1 ‘laag’ is en 5 ‘hoog’. Welke waardes je nastreeft, hangt helemaal af van de behoefte van je paard (dit vindt je ook terug in het rapport).   Kleur en geur van hooi Aan de kleur en geur van het hooi kun je wel wat informatie over de droogperiode afleiden. Groen: hooi met een groene kleur en een frisse kruidige geur heeft kort op het land gelegen om te drogen (ca. 4 dagen). Het aandeel verteerbaar ruw eiwit is hoog, evenals de energiewaarde. Licht bruin: dit hooi heeft een karamelachtige geur doordat het licht gebroeid heeft. Hierdoor is de voedingswaarde afgenomen (0,66 eenheden / kg ds). Bruin-zwart: de zwarte kleur kan veroorzaakt worden door zware broei. Tevens geeft de broei een muffe geur en is dus voor het paard minder smakelijk. Kwaliteit van voordroogkuil bepalen Ook van voordroogkuil kun je een redelijke inschatting maken op basis van je zintuigen. Allereerst moet het schimmelvrij zijn; er mogen geen witte plekken in de baal zitten. Als je dit wel het geval is, betekent dit dat het folie lek is en het voer is bedorven. Kuil die op een goede manier is gewonnen, heeft een frisse lichtzure geur. Wanneer er een sterke rottingsgeur vrijkomt dan is het vochtgehalte vaak groter dan 60%. Meestal wordt deze onaangename geur veroorzaakt door bacteriën, die ammoniak en boterzuur produceren. Deze zogenaamde ‘natte kuil’ is minder geschikt voor paarden.
Lees meer 2m
Voeding en fokkerij
Veulenopfok: voeradvies voor jonge paarden
Een veulenopfok is een plek waar veulens naartoe gaan nadat ze zijn gespeend. Veulens en jonge paarden groeien in de eerste jaren van hun leven enorm hard. Voor een gezonde en sterke ontwikkeling, is het dan ook belangrijk om je jonge paard van de juiste voedingsstoffen te voorzien.  Veulenopfok Als een veulen gespeend is (gemiddeld bij een leeftijd van 6 maanden), gaan de meeste veulens naar de opfok. Vaak is dit een plek los van de moeder, maar het kan eventueel ook bij je thuis of op stal als er voldoende ruimte is. Een opfok kun je zien als een plek waar jonge paarden samen spelen en opgroeien. Hier leven ze in groepen waarin ze zichzelf kunnen ontwikkelen, contact hebben met soortgenoten en leren wat rangorde is. Het liefst wil je deze groei en ontwikkeling natuurlijk zo goed mogelijk ondersteunen, ook met behulp van voeding.  Voeradvies tijdens het afspenen en daarna Nadat je het veulen hebt groot gebracht met een veulenbrok is het nog geen tijd om over te stappen op een basisbrok. Een basisbrok voldoet namelijk niet aan de voedingsbehoefte van een veulen of jaarling die nog volop in de groei is. Afhankelijk van wanneer jouw veulen gespeend wordt, kun je tussen de 6e en 8e maand rustig aan overgaan op een voer voor opgroeiende paarden, zoals de opfokbrok Pavo Podo®Grow of muesli Pavo Podo®Junior. Deze beide krachtvoeders bevatten een hoog eiwitgehalte en het beproefde Podo® concept. Dit is een unieke mineralenmix waarvan wetenschappelijk is bewezen dat het de kans op het ontwikkelen van OC(D) bij jonge paarden met 50% vermindert. Door je opgroeiende paard te voeren met Pavo Podo® kies je dus voor een optimale ondersteunding van een gezonde botontwikkeling. Zowel Podo®Grow als Podo®Junior blijf je doorvoeren tot je paard 3 jaar oud is.  Tip! Krijgt je veulen géén veulenbrok met Podo®mineralen - of minder dan de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid? Vul dan aan met Pavo Podo®Care: het mineralensupplement speciaal voor opgroeiende veulens. Voer een ponyveulen 100 gram per dag en een paardveulen 200 gram per dag. Zorg voor voldoende voerplaatsen Ook is het heel belangrijk dat er voldoende voerplaatsen worden aangeboden met genoeg ruimte ertussen. Zodat ieder veulen de mogelijkheid heeft om in alle rust zijn krachtvoer te eten. Voernijd is namelijk sterk aanwezig in een groep jonge paarden. Een praktische tip is om de veulens al veulenbrok bij te geven in het land. Dit kan door een gedeelte van de wei af te zetten met een hoog hek, waar alleen de veulens onderdoor kunnen lopen en de merries niet. Zo help je de veulens in hun ontwikkeling en wordt de merrie wat ontlast. Wel of geen granen bijvoeren tijdens opfok Wij krijgen veel vragen over het bijvoeren van granen tijdens de veulenopfok. Enkelvoudige granen (zoals haver, gerst en maïs), bevatten wel energie (zetmeel) voor de groei, maar hebben een ongunstige mineralenverhouding. Dit brengt de complete mineralenverhouding van je rantsoen uit balans. Ons advies is dan ook om paarden tot twee jaar geen enkelvoudige granen bij te voeren.  Weideperiode van veulens en jonge paarden Wanneer een veulen of jong paard volop in de weide loopt, waarin voldoende gras staat van een goede kwaliteit, kan het bijvoeren van krachtvoer teruggenomen worden. Een veulen met een te goede conditie loopt kans op overbelaste gewrichten wat onherstelbare schade kan veroorzaken. In deze situatie is het goed om je krachtvoer (deels) te vervangen door het mineralensupplement Pavo Podo®Care. Door Podo® als supplement te gegeven, krijgt het veulen wel alle noodzakelijke vitaminen en mineralen binnen, maar geen extra of onnodige energie en eiwit.
Lees meer 2m
Voeding en fokkerij
Voerplan voor opgroeiende veulens
Het is voor veulens belangrijk dat ze verantwoord groeien. Te weinig groeien is niet goed, maar te hard groeien ook niet. Bij voeding dat te rijk is aan energie zal het veulen sneller groeien, wat de botkwaliteit niet ten goede komt. De kwaliteit van de voeding is dus van groot belang voor de ontwikkeling van het veulen, waardoor het voeren van een veulenbrok wordt aangeraden. Opgroeien veulen Een optimale gezondheid is een vereiste om goed te kunnen groeien. Als het veulen niet gezond is, zal het zijn energie niet in de groei kunnen steken. In de eerste 10-12 dagen krijgen veulens vaak last van diarree. Wanneer het veulen levendig is, geen koorts heeft en voldoende melk drinkt, is er geen reden tot bezorgdheid en lost het probleem zich binnen enkele dagen vanzelf weer op. Mocht de diarree langer aanhouden of twijfel je over de gezondheid van het veulen, dan is het verstandig de dierenarts te raadplegen. Veulen voeren De eerste drie maanden haalt het veulen zijn bouwstoffen voornamelijk uit moedermelk al zal het veulen in de derde week al spelenderwijs proberen mee te eten met de merrie. Hierdoor krijgt het veulen al wat gras en hooi binnen. Net als merries hebben ook veulens een ruwvoer met bovengemiddelde energie- en eiwitgehaltes nodig. Gras is het ideale ruwvoer voor merrie’s en veulens. Gebruik je hooi of voordroogkuil, controleer dan met een ruwvoeranalyse of je ruwvoer geschikt is voor lacterende merrie en/of de jonge opgroeiende veulens. Ook zijn er veulens die af en toe verse mest van de merrie opeten. Dit is helemaal niet erg en zelfs belangrijk voor een goede ontwikkeling van micro-organismen in de darmen, die zorgen voor de ruwvoervertering. Wel is het erg belangrijk op te letten voor spoelwormen bij jonge veulens. De juiste ontworming kan hierbij helpen. Voerplan voor veulens tot 7 maanden Vanaf de geboorte De basis: merriemelk en weidegras Aanvullende voeding: Pavo Colostrum Colostrum is essentieel voor het veulen binnen een paar uur na de geboorte. Als de merrie niet (genoeg) biest geeft, gebruik dan een biestvervanger zoals Pavo Colostrum. Pavo KickStart Ieder veulen verdient een gezonde start. Met Pavo KickStart geef je jouw pasgeboren veulen de extra ondersteuning voor een gezonde start. Een verpakking bevat twee spuiten, waarvan je de eerste spuit direct na de geboorte kunt geven, na de opname van de eerste biest. De tweede spuit geef je binnen de volgende 24 uur na de geboorte. Geef je veulen altijd een volle spuit met uitzondering van kleine pony’s zoals shetlanders. In dat geval is een halve spuit voldoende. Dag 1 De basis: Aanvullend voer of supplementen: Pavo Podo®Care  Je kunt Pavo Podo®Care gaan voeren zodra je veulen begint te eten. Deze balancer biedt het veulen alle belangrijke mineralen die nodig zijn voor een gezonde botontwikkeling. Dagelijks voeradvies: Pony: 100 g | Paard: 200 g Het voeradvies is hetzelfde voor veulens, opgroeiende paarden en drachtige merries Vanaf week 3 De basis: merriemelk en weidegras Aanvullende voeding: Vanaf een week of 3 beginnen veulens spelenderwijs ook krachtvoer van hun moeder mee te eten. Als het veulen een beetje gewend is om brokjes (mee) te eten dan is het tijd om het veulen ook een eigen portie krachtvoer aan te bieden. Je kunt hierbij kiezen voor een klein brokje of een muesli. Pavo Podo®Start Klein brokje voor jonge veulens Voeradvies: Pony: 0,5 kg | Paard: 0,9 kg Pavo Podo®Junior Muesli voor veulens en opgroeiende jonge paarden Voeradvies: Pony: 0,5 kg | Paard: 0,9 kg Maand 2-3 De basis: merriemelk en weidegras Aanvullende voeding: Pavo Podo®Start Klein brokje voor jonge veulens Voeradvies: Pony: 0,6 kg | Paard: 1,2kg Pavo Podo®Junior Muesli voor veulens en opgroeiende jonge paarden Voeradvies: Pony: 0,6 kg | Paard: 1,2kg Maand 4 De basis: merriemelk en weidegrasmerriemelk, weidegras en hooi Aanvullende voeding:  Pavo Podo®Start Klein brokje voor jonge veulens Voeradvies: Pony: 0,8 kg | Paard: 1,5kg Pavo Podo®Junior Muesli voor veulens en opgroeiende jonge paarden Voeradvies: Pony: 0,8 kg | Paard: 1,5kg Maand 5 De basis: merriemelk, weidegras en hooi Aanvullende voeding: Pavo Podo®Start Klein brokje voor jonge veulens Voeradvies: Pony: 1,1kg | Paard: 2,1kg Pavo Podo®Junior Muesli voor veulens en opgroeiende jonge paarden Voeradvies: Pony: 1,1kg | Paard: 2,1kg Maand 6 De basis: merriemelk, weidegras en hooi Aanvullende voeding:  Pavo Podo®Start Klein brokje voor jonge veulens Voeradvies: Pony: 1,2kg | Paard: 2,4kg Pavo Podo®Junior Muesli voor veulens en opgroeiende jonge paarden Voeradvies: Pony: 1,2kg | Paard: 2,4kg Vanaf maand 7 De basis: merriemelk, weidegras en hooi Aanvullende voeding: Afhankelijk van wanneer jouw veulen van de moeder gescheiden wordt, kun je tussen de 6e en 8e maand rustig aan overgaan op de opfokbrok Pavo PodoGrow. Ga hiermee door tot je paard 2,5 - 3 jaar oud is. Tip! Krijgt je veulen géén veulenbrok met podomineralen of minder dan de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid? Vul dan aan met Pavo PodoCare: het mineralensupplement speciaal voor opgroeiende veulens. Voer een ponyveulen 100 gram per dag en een paardveulen 200 gram per dag. Wat als het veulen de merrie leegzuigt? Wanneer het veulen erg snel groeit en de merrie vanwege een hoge melkgift vermagert, kun je zeggen dat het veulen (letterlijk) de merrie leegzuigt. Dit zie je vaak bij wat oudere merries, die zich helemaal aan het veulen geven. In dit geval kun je een aantal stappen doorlopen om de merrie weer goed in conditie te krijgen en het veulen minder snel te laten groeien. Voor beide is dat gezonder! Controleer de kwaliteit van je ruwvoer en streef naar hoge energie- en eiwitwaardes in je hooi. Gebruik een eiwitrijke merriebrok of muesli, zoals Pavo Podo®Lac of Pavo Podo®Lac Muesli. Beide krachtvoeders bevatten maar liefst 18% eiwit en zitten daarmee boven andere merriebrokken, die vaak niet meer dan 16% eiwit bevatten.   Voer een volwassen warmbloed merrie minstens 4-5 kilo Pavo PodoLac of Pavo Podo®Lac Muesli per dag – je merrie heeft wat extra’s nodig, dus wees niet bang haar dit ook te geven! Let er wel op dat je dit over meerdere (3-4) voerbeurten per dag verdeeld.  Staat er geen of nauwelijks gras in de wei? Vul dan het ruwvoer aan met Pavo DailyPlus (luzernemix) of Pavo FibreBeet. Met Pavo FibreBeet geef je niet méér energie dan er in gras of hooi zit. Ga uit van 250-500 gram Pavo FibreBeet per dag en week dit vervolgens in water in de verhouding 1:3 (Pavo FibreBeet : water). Laat het 15 minuten in warm water en 45 minuten in koud water staan voordat je het voert. Ben je nog niet tevreden met het resultaat en blijft de merrie invallen en het veulen aankomen? Dan kun je Pavo PodoLac vervangen door Pavo Performance. Hiermee zal de drang om melk te produceren afnemen, waardoor de merrie meer energie overhoudt om zichzelf te herstellen en het veulen minder vet zal worden.    Veulen spenen Vanaf vier maanden kan een veulen gespeend worden, maar het is beter dit 1 of 2 maanden later te doen. Het is belangrijk dat het veulen voldoende veulenbrok eet op het moment van spenen, anders komt het te veel terug in conditie. Geef tijdens het spenen vooral niet te veel krachtvoer. Een onregelmatige of te harde groei kan een negatieve invloed hebben op gezond en sterk beenwerk. Naast de erfelijkheid hebben namelijk ook beweging en voeding invloed op het ontstaan van OC(D). Een veulenbrok met de juiste afgestemde voedingsstoffen, zoals aminozuren, mineralen, sporenelementen en vitamines is aan te raden. Na het spenen kan het veulen naar de veulenopfok.
Lees meer 4m
Voeding en fokkerij
Dracht paard uitrekenen
Als jouw merrie drachtig is en je komend jaar een veulentje verwacht, is het handig om ongeveer te weten wanneer deze komt. Het is namelijk niet alleen heel mooi om de geboorte van het veulen te zien, maar kan ook het leven van je merrie en/of veulen redden als er complicaties optreden tijdens de geboorte. Zo kan het veulen een verkeerde ligging hebben, kan het zijn dat de placenta te vroeg loslaat (red bag delivery) of komt de nageboorte er niet tijdig of compleet uit. Het bepalen van de datum waarop de merrie uitgerekend is om te bevallen is dus zeker heel belangrijk om de merrie rondom deze periode nog wat extra in de gaten houden. Wanneer is een merrie drachtig? Tegenwoordig worden de meeste paarden via kunstmatige inseminatie gedekt. De dierenarts kan hierbij het juiste moment bepalen om de merrie te insemineren en kan een paar dagen hierna controleren of ze geovuleerd heeft om te beoordelen of ze opnieuw geïnsemineerd moet worden. Wanneer je merrie niet drachtig wil worden kan dat verschillende oorzaken hebben, maar als het wél gelijk pakt, kan je op de echo na ongeveer 8 dagen een klein vruchtje zien in de baarmoeder. Meestal wordt de merrie ongeveer 16 dagen na het dekken gescand om te bepalen of ze drachtig is, omdat het dan wat beter te zien is. Is er een vrucht in de baarmoeder te zien dan weet je het zeker: de merrie is drachtig! Om er zeker van te zijn dat de baarmoeder de vrucht hierna niet alsnog heeft verstoten, is het slim om rond de 6 weken en 3 maanden nog een keer een scan te doen. Het is ook nog steeds mogelijk om je paard of pony op natuurlijke wijze te laten dekken, al komt dat bij paarden niet vaak meer voor. Het levert immers veel meer risico op blessures. Maar de kans op succes kan door het verse sperma en het moment dat de hengst uitkiest om de merrie te bevruchten wel groter zijn. Nadat je merrie bij een hengst heeft gestaan, kan je haar net als een geïnsemineerde merrie laten scannen. Hoewel je de precieze dekdatum niet weet, kan de dierenarts je wel ongeveer vertellen hoeveel dagen oud de vrucht is. Dracht merrie uitrekenen Een merrie is ongeveer 11 maanden zwanger, oftewel 335 dagen. Wanneer je wilt uitrekenen wanneer je merrie een veulen krijgt, tel je dus eigenlijk gewoon 335 dagen bij de dekdatum op. Meestal bevalt een merrie niet op de exacte dag waarop ze uitgerekend is, maar vaak zit dit wel rondom de plus of min 10 dagen hiervan. Een veulen dat vóór de 320 dagen geboren wordt, is vaak te vroeg en heeft een aanzienlijk kleinere kans om te overleven. Veulens die langer blijven zitten vormen doorgaans geen probleem. Afwijkingen van de datum ten gevolge van externe factoren zullen steeds vaker een rol spelen, vaak zijn deze weersgebonden. Maar de bevallingsdatum wil ook nog wel eens afwijken omdat er een verkeerde dekdatum is genoteerd. Een merrie is ongeveer 11 maanden zwanger. Dat zijn 335 dagen. Een range van 10 dagen langer of korter is gebruikelijk. Zijn alle paarden even lang drachtig? Hoewel voor elk ras en elke grootte dezelfde draagtijd staat, houdt niet elk individueel paard zich daaraan. Zo kunnen externe factoren, zoals het weer van invloed zijn op de draagtijd, maar ook elk paard is daar weer anders in. Zo zijn er merries die altijd iets eerder zijn of die juist altijd langer doordragen. Als je dit weet, kan je er op inspelen, maar als het het eerste veulen is, is het een kwestie van heel goed monitoren en alert zijn op de voortekenen. Voortekenen hoogdrachtige merrie herkennen Er zijn een aantal voortekenen waaraan je kunt afleiden dat de geboorte van het veulen niet meer lang op zich laat wachten. Als je merrie ‘anders is dan anders’, moeten alle alarmbellen gaan rinkelen. Denk bijvoorbeeld aan: De merrie is wat onrustig (rondjes lopen, schrapen over de vloer) Koliekverschijnselen Dikke uiers waar soms al een druppel melk uitkomt De staart hoog houden Zweten in de flanken Slappe bekkenbanden Zorg er in ieder geval voor dat je goed voorbereid bent op de komst van het veulen en je alles hiervoor in huis hebt. Lees hier meer tips om je voor te bereiden op de komst van een veulen.   Voeding drachtige merrie Al voordat je merrie drachtig is, kan je haar ondersteunen met voeding. Zo kan je haar bijvoorbeeld een supplement als Pavo Fertile geven om de vruchtbaarheid te bevorderen. In het begin van de dracht heeft je merrie niet per se een speciale behoefte, maar vanaf de laatste drie maanden van de dracht tot en met de zoogperiode vormt voeding een essentiële rol en is het geven van een merriebrok, zoals Pavo PodoLac belangrijk. Het speciale aan deze brok is, naast een grote hoeveelheid vitamine E en een hoog eiwit- en vetgehalte, dat het een uitgebalanceerde hoeveelheid koper en zink bevat. Deze stoffen zijn noodzakelijk voor een goede ontwikkeling van het veulen en merriemelk bevat dit van nature te weinig. Door tijdens de laatste drie maanden van de dracht extra koper en zink aan de merrie te voeren, wordt dit via de navelstreng aan het veulen doorgegeven die hiermee een reservevoorraad aan kan leggen. In de eerste drie levensmaanden komt deze voorraad geleidelijk beschikbaar en kan het veulen dit gebruiken voor een gezonde ontwikkeling. Lees hier meer over voeding & arbeid van drachtige en lacterende merries. Meer informatie over het fokken van veulens? Kijk dan eens op de website van het KWPN!
Lees meer 3m
Voeding en fokkerij
Drachtige merrie: voeding en arbeid
Het voorjaar is voor elke fokker een spannende tijd. In de aanloop naar de geboorte van het veulen toe is het goed om eens stil te staan bij de voedingsbehoefte van de merrie, maar ook nadat het veulen geboren is en de merrie volop melk geeft. En hoe zit dat eigenlijk met het rijden van een drachtige merrie? Vruchtbaarheid merrie Normaal gesproken wordt een merrie vanaf het vroege voorjaar tot september iedere 3 weken hengstig. Deze vruchtbare periode van de merrie duurt 3 tot 7 dagen. Indien de merrie te weinig energie over heeft, omdat ze niet in goede conditie/te dun is, kunnen er vruchtbaarheidsproblemen optreden. Naast het zorgen voor regelmaat, een goede stalhygiëne, genoeg beweging en een stressvrije omgeving kunnen de volgende vitaminen en mineralen een positieve invloed hebben op de vruchtbaarheid van de merrie: Beta-caroteen(of pro-vitamine A): Hiermee is een merrie eerder in haar cyclus, zorgt voor een betere hengstigheid en dit vermindert de kans op vroeg embryonale sterfte. Vitamine E: Een tekort aan Vitamine E lijdt tot onvruchtbaarheid. Bij drachtige merries lijdt het tot misvorming van het veulen (spierziekte, witte spieren) of abortus. Foliumzuur: Heeft bij mensen een positief effect, bij paarden is er nog weinig van bekend. Selenium: Heeft een vergelijkbare uitwerking als vitamine E op de vruchtbaarheid. Het voedingssupplement Pavo Fertile bevat onder andere bovenstaande stoffen en kan de vruchtbaarheid van de merrie ondersteunen.  Drachtige of lacterende merrie en ruwvoer Gras bevat de ideale voedingsstoffen voor merries, maar in het ruwvoer zitten vaak juist veel minder eiwitten en mineralen dan altijd is aangenomen. Ook bevat het veel minder vitamine E dan vers gras. Arm ruwvoer is goed voor dikke paarden en sobere rassen, maar niet voor een zogende merrie. Veel  merries gaan pas laat in het seizoen naar buiten en hebben dan niet altijd de beschikking over voldoende grasland. Het voeren van enkel  gedroogd ruwvoer volstaat dus niet en kan een tekort aan vitamine E veroorzaken wat het risico dat de merrie aan de nageboorte blijft staan verhoogt. Voeding drachtige merrie In de eerste acht maanden volstaat het normale rantsoen van de merrie, maar in de laatste drie maanden van de dracht verandert de voedingsbehoefte van de merrie enorm. Dit is het moment waarop het veulen in de baarmoeder een enorme groeispurt doormaakt. De voedingsstoffen die voor deze groei nodig zijn, worden in de baarmoeder via de bloedstroom en na de geboorte via de melk van de merrie doorgegeven. Bij tekorten aan bepaalde voedingsstoffen kan de aanleg voor beengebreken zoals OC(D) ontstaan. In de merriebrok Pavo PodoLac of Pavo PodoLac Muesli zitten alle noodzakelijke vitaminen, mineralen en sporenelementen voor een optimale groei en ontwikkeling van het veulen. Voeding tijdens de lactatie Na de geboorte van het veulen stijgt de behoefte aan energie en eiwitten explosief. In de eerste dagen produceert een merrie ongeveer acht liter melk per dag, wat oploopt tot twintig liter. Een te kort aan eiwitten is funest en zal zorgen voor een verminderde melkproductie. De merrie heeft letterlijk twee keer zoveel energie en eiwitten nodig dan een merrie zonder veulen. De eerste drie maanden van de lactatie kun je Pavo PodoLac of PodoLac Muesli blijven geven. Als het veulen drie weken oud is en zelf begint te eten kan dit naar behoeft van de merrie al eventueel worden verminderd. Als het veulen wordt gespeend, kan de merrie haar oude rantsoen weer volgen. Voeding drachtige en hoefbevangen merrie Het kan voorkomen dat een drachtige merrie hoefbevangen raakt of daar erg gevoelig voor is. Ook dan is het in de laatste maanden van de dracht belangrijk om ervoor te zorgen dat de merrie voldoende extra voedingsstoffen voor het veulen binnenkrijgt. Dikke drachtige merrie laten afvallen? Tijdens de dracht is een te vette merrie niet wenselijk. Deze veulens groeien namelijk sneller wat ongunstig is voor de kwaliteit van de botgroei. Het is echter niet verstandig om de merrie na de negende maand nog te laten afvallen, omdat het veulen dan de grootste ontwikkeling doormaakt. Je kan er wel voor zorgen dat ze niet nog dikker wordt, maar zet haar niet op een streng dieet! Meer beweging is in dit geval aan te raden, uiteraard aangepast aan de toestand. Drachtige merrie rijden Zonder medische redenen voor een groter risico op complicaties tijdens de dracht en de bevalling kan de merrie gewoon getraind worden. Pas in de laatste maanden van de dracht kan het zijn dat de merrie te zwaar wordt en/of haar uithoudingsvermogen en flexibiliteit vermindert waarop je de trainingsintensiteit moet aanpassen. Het allerbelangrijkste is dat je goed naar je paard kijkt en de signalen die zij afgeeft gebruikt om te bepalen wat ze aankan. Stop echter niet zomaar met het geven van beweging, want het is juist gezond om het paard tot op de laatste dag onbelaste beweging te geven. Een goede lichamelijke conditie is immers een voorwaarde voor een vlotte bevalling. Meer informatie over het fokken van veulens? Kijk dan eens op de website van het KWPN!
Lees meer 2m
Voeding en training
Ruwvoerkwaliteit 2022: eiwitgehalte historisch laag en suikergehalte rijst de pan uit
In 2021 en 2022 heeft Pavo samen met Eurofins Agro ruim 5.500 ruwvoeranalyses uitgevoerd in Nederland, België en Duitsland. Hieruit blijkt dat de energiewaardes in het ruwvoer dit jaar iets lager liggen dan in 2021, maar het grootste verschil is te zien in de eiwit- en suikerhaltes. Deze zijn namelijk historisch laag als het om eiwit gaat en de suikergehaltes zijn juist verontrustend hoog. Steeds meer paardenhouders laten tegenwoordig hun ruwvoer testen. “Een goede ontwikkeling”, als je het Rob Krabbenborg, productmanager bij Pavo, vraagt. “Een volwassen paard eet al snel 10 kilo hooi of kuil per dag. Om een compleet en afgestemd rantsoen aan te bieden, moet je dus op zijn minst weten hoeveel energie, eiwit en suiker je paard uit deze berg ruwvoer haalt. De ruwvoerkwaliteit die je uiteindelijk nastreeft, verschilt per paard. Zo heeft een drachtige merrie bijvoorbeeld meer eiwit nodig dan een recreatiepaard." Eiwitgehalte in ruwvoer historisch laag en flinke verschillen De eiwitgehaltes van de onderzochte ruwvoermonsters laten grote verschillen zien: van zeer lage tot ook enkele zeer hoge waardes. Maar waar vorig jaar nog 49% van de monsters een lage tot zeer lage eiwitwaarde had, is dat dit jaar maar liefst 66%. Krabbenborg: “Hiermee zijn de eiwitgehaltes historisch laag. Als ruwvoer in de categorie 'zeer laag eiwitgehalte' valt, dan bevat het voor de meeste paarden een eiwitgehalte dat lager is dan de onderhoudsbehoefte. Om je paard gezond te houden, moet je het ruwvoer in dat geval aanvullen met een eiwitrijk krachtvoer of een speciaal eiwitsupplement, zoals Pavo ProteinPlus.”  Suikergehalte in ruwvoer rijst de pan uit Ook het suikergehalte in de ruwvoermonsters laat een verontrustende ontwikkeling zien. In 2021 had 33% van de ruwvoermonsters een hoog tot zeer hoog suikergehalte. In 2022 is dit gestegen naar maar liefst 44%. “Dit betekent dat bijna de helft van de hooimonsters niet geschikt is voor paarden die gevoelig zijn voor suiker. In dat geval moet je als eigenaar dus op zoek naar een geschiktere ruwvoerpartij”, adviseert Krabbenborg. "Daarnaast kun je natuurlijk ook gebruik maken van suikerarme ruwvoervervangers, zoals Pavo SpeediBeet (snelwekende ontsuikerde bietenpulp), Pavo FibreBeet (mix van snelwekende ontsuikerde bietenpulp en luzerne) of Pavo FibreNuggets (kruidige grasbrokken). Deze producten moet je wel weken in water voordat je ze voert aan je paard."​ Iets lagere energiewaarde In 2022 heeft 57% van alle onderzochte ruwvoermonsters een laag tot zeer laag energiegehalte. Vorig jaar was dit nog 51%. “We zien dus iets meer ruwvoerpartijen met lagere energiewaardes, waarbij het vooral voor sportpaarden belangrijk is om dit voldoende aan te vullen.” Verklaring ruwvoerkwaliteit De waardes in het ruwvoer hebben alles te maken met de weersinvloeden en oogstomstandigheden, legt Antoon Jacobs, Productmanager Ruwvoer bij Eurofins, uit. "Als we kijken naar 2022 kwam het voorjaar laat op gang. Door het relatieve koele, maar zonnige weer in april en begin mei zagen we dit voorjaar al extreem hoge suikergehaltes in vers gras. Paardenhooi dat vroeger in het seizoen is gemaakt, bevat hierdoor hoge suikergehaltes en een relatief laag eiwitgehalte.” Het meeste paardenhooi werd afgelopen jaar in juni gemaaid. “In juni was het al erg droog, waardoor gras niet goed kan groeien en de suiker zich ophoopt in de grasplant. Daarnaast was het gras relatief lang op het moment van maaien met als gevolg dat er veel stengel en weinig blad in het eindproduct zit. Deze verhouding is de oorzaak van lagere eiwitgehaltes in het hooi."  Pavo Ruwvoer Quickscan In 2016 ontwikkelde Pavo samen met Eurofins Agro de Pavo Ruwvoer Quickscan: de eerste ‘snelle’ analyse waarbij paardenhouders tegen kostprijs hun ruwvoer kunnen laten testen op energie-, eiwit- en suikergehalte. Inmiddels is de standaard scan uitgebreid met het droge stofgehalte en bestaat er ook een uitgebreide analyse, de Pavo Ruwvoer Quickscan Plus, waarbij ook de aanwezige mineralen en sporenelementen gemeten worden. Al deze inzichten zijn van groot belang voor de gezondheid en prestaties van een paard.  
Lees meer 2m
Voeding en fokkerij
Veulen op komst: alles wat je moet weten
Wat is er mooier dan een paard met veulen in de wei? De merrie is hoog drachtig en het veulen kan ieder moment geboren worden. Een spannend moment. Maar hoe weet je dat het veulen eraan komt? En wat is belangrijk tijdens en vlak na de bevalling? Voor de bevalling Niet alle drachtige merries laten even goed zien dat het veulen op komst is. Als de uier vol raakt, de banden achter wegvallen en kegels aan de spenen komen te hangen, betekent dit dat het veulen er ieder moment kan aankomen. Zorg ervoor dat je de volgende dingen klaar hebt staan of geregeld hebt, zodat je optimaal bent voorbereid op de geboorte van het veulen: Zorg tegen het eind van de dracht voor een geboortemelder Installeer een webcam, zodat je ook vanuit je huis kunt meekijken Zorg voor een grote, schone stal met veel stro, zodat de merrie comfortabel kan liggen, of een veilige weide Zorg voor voldoende licht in de stal (laat ook ’s nachts de lampen aan) Noteer nuttige telefoonnummers van o.a. je dierenarts of iemand die het veulen of de merrie kan vervoeren als je naar de kliniek moet. Zorg dat je ingevroren biest of de Pavo SOS-kit in huis hebt, voor het geval er iets misgaat met de merrie of het veulen niet wil drinken. Bandeer de staart van de merrie, zodat je goed zicht hebt op het proces Verder klaarzetten: handdoeken, een schone emmer, betadine en betadineshampoo, een navelklemmetje en een schaar. Tijdens de bevalling Als de merrie begint met bevallen en de witte blaas zichtbaar wordt, controleer dan de ligging van het veulen. Voel of de twee voorbenen en het hoofd er zijn. Wanneer dit niet het geval is, ligt het veulen waarschijnlijk verkeerd. Zorg dan dat je merrie opstaat en bel direct de dierenarts. Eerste 24 uur na de geboorte De eerste 24 uur zijn cruciaal. Hierin is het belangrijk om een aantal punten te controleren (zie tabel 1 hieronder). Na de geboorte is het veulen voor de afweer tegen ziektes geheel aangewezen op de afweerstoffen uit de eerste merriemelk, oftewel de biest. Deze afweerstoffen kunnen alleen in de eerste 24 uur de darmwand van het veulen passeren en opgenomen worden in de bloedbaan. Wil het veulen niet drinken, heeft de merrie uierontsteking of is ze gestorven? Ingevroren biest of het Pavo SOS-kit met daarin kunstbiest kunnen een uitkomst bieden als het echt niet lukt. Tijdschema bij een gezond veulen Een gezond veulen...                             binnen staat < 1-2 uur drinkt < 2-4 uur plast < 8 uur vochtopname < 12 uur afdrijven darmpek < 12-24 uur Een moederloos veulen Het is de nachtmerrie van iedere fokker: problemen bij de geboorte. Overleeft de merrie of het veulen het niet, kijk dan op de facebookpagina van de Veulencentrale of van Moederloze veulens en veulenloze moeders. Hier kun je proberen adoptie te regelen. Gaat het om een pleegmerrie die zelf haar veulen heeft verloren, vraag dan wel door wat de reden was. Bij verdenking van ziekten kun je er beter geen veulen bij plaatsen. Maak vooraf goede afspraken en zet deze op papier. Er zijn opvangplaatsen waar meerdere moederloze veulens samen worden geplaatst. Een andere oplossing is een pleegmerrie die geen veulen heeft gehad, maar na een speciale behandeling melk geeft. Acceptatie van een pleegveulen verloopt hierbij meestal beter. Dierenkliniek Dennenoord in Duizel, vlakbij Eindhoven, heeft in het geboorteseizoen veertig van zulke merries klaarstaan, die na de adoptie tot het afspeenmoment met de fokker mee naar huis mogen, zodat het veulen in de eigen omgeving opgroeit. De kosten bedragen € 2.500. Dat lijkt veel, maar het voordeel ten opzichte van iedere twee uur de fles geven en de sociale ‘paardwaardige’ opvoeding die het veulen op deze manier krijgt, weegt daar zeker tegenop. Lees hier meer tips over wat je kunt doen bij een moederloos veulen.  Veulen afspenen De meeste veulens worden tussen de vijf en zes maanden gespeend als het veulen zelfstandig veulenbrok en ruwvoer eet. Lees hier meer over de voeding van het opgroeiende veulen. Om de melkgift geleidelijk te laten opdrogen is het verstandig om een week voor het spenen de hoeveelheid krachtvoer voor de merrie te halveren. Drie dagen voor het spenen kan het krachtvoer helemaal gestopt worden. Zorg er ook voor dat de merrie voldoende beweging krijgt. Veulen ontwormen Het is aan te raden om het veulen tussen de vierde en achtste dag een wormspuit te geven. Dit moet vervolgens na vier tot zes weken herhaald worden. Daarna kan een normaal ontwormingsschema in overleg met je dierenarts aangehouden worden. Let wel op dat de wormspuit geschikt is voor veulens. Meer informatie over het fokken van veulens? Kijk dan eens op de website van het KWPN!
Lees meer 2m
Voeding en training
Tips bij een droge paardenwei
Je kijkt de wei in en alles wat groen hoort te zijn is geel en verdroogd. Op sommige plaatsen lijkt het gras zelfs volledig afgestorven. De warmte en droogte van de zomer eist zijn tol, maar wat gebeurt er als het ineens gaat regenen? En waar moet je dan op letten? Wij geven je een paar handige tips hoe je om kunt gaan met extreme droogte (en daarna).   Onder extreem droge en warme omstandigheden schakelt het gras over op de ‘overlevingsstand’: alle energie wordt in het wortelstelsel gestoken (want dat moet in leven blijven), waardoor er niets meer overblijft voor boven de grond. Wat je dus ziet is dat het gras afsterft, maar onder de grond blijft het wortelstelsel vaak verrassend lang in leven. Het regent, het regent Je zult dan ook merken dat op het moment dat het gaat regenen, de wei zichzelf opvallend snel weer zal herstellen. Zeker op percelen waar de bodem voldoende meststoffen bevat. Het gras zal ineens uit de grond schieten - en daarmee ook de voedingswaarde (lees: suiker), die al die tijd in de wortelen opgeslagen heeft gezeten. Dit kan een risico zijn voor paarden die gevoelig zijn voor suiker, zoals insulineresistentie en cushing/PPID, of zelfs acute hoefbevangenheid veroorzaken. Zowel voor je paard als voor het gras is het dan ook beter om het weiland niet direct intensief te laten begrazen, maar eerst rustig op gang te laten komen. Trek minimaal een week uit voordat je je normale weideroutine weer inzet. Tip: laat na regenval het weiland niet direct intensief begrazen in verband met hoge suikerwaardes, maar geef het de tijd om te herstellen. Kunstmest paardenwei Als er regen wordt voorspeld en je in het voorjaar nog weinig aan bemesting van je paardenwei hebt gedaan, is het raadzaam om wat kunstmest op het weiland te strooien. Normaal gesproken zal het gras van augustus tot en met oktober weer moeten kunnen groeien, maar dan heeft het natuurlijk wel voedingsstoffen nodig. Hier kun je Pavo FieldCare perfect voor gebruiken. Deze kunstmest is speciaal voor paardenweides en bevat een speciale stikstofverbinding die langzaam - in 2 tot 3 maanden -  vrijkomt, in tegenstelling tot ‘normale’ kunstmest waarbij het al in een paar dagen vrijkomt met hoge eiwitgehaltes in het gras tot gevolg (dit willen we niet voor onze paarden!). Wat te doen als het grasland (deels) is afgestorven? Als je naar je geel-bruine weiland kijkt, wil dat dus nog niet zeggen dat het gras is afgestorven; met een beetje regen kan het zich vaak weer herstellen. Maar hoe kun je controleren of het grasland nog gaat herstellen of niet? Als je de volgende kenmerken herkent, is de overlevingskans van het gras zeer klein en valt er weinig meer te redden: De plant is bruin en kun je makkelijk verpulveren De basis van de plant is niet meer groen na het verwijderen van het afgestorven blad De wortels zijn houterig en niet meer wit van kleur Er zit geen vocht meer in de bovenste grondlaag Tip: schep een stuk gras met wortel uit de grond, leg het in een emmer met water (wortels in het water) en kijk hoe het gras binnen 2 dagen weer opkomt. Dit geeft een beeld van hoe goed het grasland zich kan herstellen als er weer regen valt. (Bron: Eurofins Agro) Is de conclusie dat je het grasland opnieuw moet inzaaien of doorzaaien, dan is het najaar het meest geschikte moment om een weiland te vernieuwen, aangezien onkruiden dan minder kans hebben om op te komen. Kies voor het in- of doorzaaien altijd voor een graszaad dat bestemd is voor paardenweides, zoals Pavo GrassSeed, en vermijd graszaad voor koeienweides. Lees hier meer over graslandbeheer van de paardenweide. Voer extra hooi voor paarden bij droogte De droogte zorgt er niet alleen voor dat het gras amper groeit, maar het kan ook bepaalde gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Denk bijvoorbeeld aan hoefbevangenheid en (zand)koliek. Daarnaast is het natuurlijk ook belangrijk dat je paard voldoende voedingsstoffen en ruwvoer(vezels) binnenkrijgt. Zorg bij een droge en kale weide dus dat je extra hooi bijgeeft of ruwvoervervangers, zoals Pavo DailyPlus ,Pavo SpeediBeet, Pavo FibreBeet of Pavo FibreNuggets inzet. Pavo DailyPlus heeft de voedingswaarde van normaal hooi, dus hier kun je prima een paar kilo per dag als ruwvoervervanger van voeren. Pavo SpeediBeet en Fibrebeet zijn ook een ruwvoer voor paarden en kan bij volwassen paarden tot 1 – 2 kilo per dag (droog product) probleemloos worden ingezet. Om te voorkomen dat paarden het gras te kort afgrazen en veel zand binnenkrijgen, kun je ze ook regelmatig een ander stukje weiland aanbieden als dit mogelijk is.   Tip: onvoldoende gras op de wei? Voer je paard dan extra hooi of ruwvoervervangers bij.
Lees meer 2m
Voeding en fokkerij
OCD bij veulens
OC en OCD zijn botaandoeningen die ontstaan in het eerste levensjaar bij veulens en pijn en kreupelheid tot gevolg kunnen hebben. Naast de genetische aanleg beïnvloeden voeding en beweging de optimale ontwikkeling van de botten. Een OCD fragment is in veel gevallen operatief te verwijderen, al brengt dit wel de nodige risico’s met zich mee. Wat is OCD? Osteochondrose (OC) en osteochondrose dissecans (OCD) zijn botaandoeningen, die bij zowel dieren als mensen kunnen optreden. Wanneer er minuscule scheurtjes in het kraakbeen van het bot ontstaan, spreek je van OC en wanneer kleine deeltjes van het verbeende kraakbeen zich losmaken, is het OCD. OC en OCD komen het meest voor in het spronggewricht, gevolgd door de knie, de kogel en de hals- en rugwervels. De aandoening kan pijn en kreupelheid tot gevolg hebben. Vorming van kraakbeen Zolang de groeischijven van botten nog niet gesloten zijn, kan een veulen beschadigingen in gewrichten herstellen. Zijn ze eenmaal gesloten, dan is het effect onomkeerbaar. De groeischijven sluiten zich het eerst in de botten aan de “uiteinden van het lichaam” en het laatst in de romp. Op een leeftijd van 2 jaar is dit proces in de benen min of meer voltooid. Bij de vorming van kraakbeen op de botten spelen diverse factoren een rol. Naast de genetische aanleg beïnvloeden vooral voeding en beweging de optimale ontwikkeling van de botten. Genetische aanleg Paarden worden selectief gefokt om de populatie paarden met aanleg voor OC(D) zo klein mogelijk te maken. Het is dus zinvol om te weten of de merrie en de hengst waarmee je wilt fokken OC(D)-vrij is. Voeding en OCD Het start al met de voeding van de merrie vóór de geboorte van het veulen. Merriemelk bevat van nature te weinig koper voor het veulen, terwijl dit wel erg belangrijk is voor een goede botontwikkeling. Met Pavo PodoLac als brok voor drachtige merries voer je extra koper, wat het veulen als voorraad opslaat in de lever. In de eerste drie levensmaanden komt deze voorraad geleidelijk beschikbaar. Als het veulen een paar weken oud is, gaat het wat krachtvoer eten. De behoefte van de merrie en het veulen verschilt zo sterk van elkaar, dat het beter is om beide een andere brok te voeren. De merrie heeft namelijk heel veel energie nodig. Ga je het veulen te veel energie geven, dan groeit het te snel waardoor je de belangrijke botmineralen niet meer op tijd kunt aanvullen met een groter risico op beengebreken tot gevolg. Het voeren van veel zetmeel (lees: granen) is vanwege de grote hoeveelheid energie dan ook af te raden. Bij voeding spelen - naast de energie - ook een aantal andere stoffen een belangrijke rol, waaronder: Mineralen: calcium, fosfor, magnesium Sporenelementen: koper, zink, mangaan Vitamines: vitamine D, vitamine K Uit wetenschappelijk onderzoek onder warmbloedveulens is gebleken dat het toevoegen van magnesium en fosfor een positief effect heeft op het voorkomen van OC(D) in de eerste 12 maanden. De fokkerijproducten van Pavo zijn allemaal samengesteld met de beproefde Podo-mineralen om de behoeften van het opgroeiende veulen en een goede botontwikkeling optimaal te ondersteunen. Begin vanaf 2 weken met 200 gram Pavo PodoCare per dag (geef eerst een klein beetje en bouw dit langzaam op). Dit is een mineralensupplement met o.a. magnesium en fosfor in de juiste verhouding om een gezonde botgroei bij veulens maximaal te ondersteunen.  Op het moment dat je veulen 1 kilo Pavo PodoStart per dag eet, is aanvulling van het supplement Pavo PodoCare niet meer nodig. Voer je minder dan de aanbevolen hoeveelheid? Dan is een aanvulling van Pavo PodoCare nog wel aan te raden om in alle benodigde mineralen te voorzien. Na het spenen kun je het veulen omzetten naar Pavo PodoGrow: een opfokbrok voor jonge paarden tot een leeftijd van ongeveer 2,5 jaar. Beweging en OCD Ongedwongen beweging is erg belangrijk voor paarden in de groei. In deze groeiperiode wordt de basis gelegd, omdat de botstofwisseling dan nog het meest dynamisch is. Beweging stimuleert de bloedcirculatie en een betere verbening van het beendergestel. Voldoende beweging zorgt er dus voor dat de botten sterker worden.   Meer informatie over het fokken van veulens? Kijk dan eens op de website van het KWPN!
Lees meer 2m
Voeding en training
Het verschil tussen de paardenwei en koeienwei
Paardenweides worden vaak ingezaaid met een graszaadmengsel voor koeienweides, maar die zijn eigenlijk niet geschikt voor paarden. Het verschil zit hem vooral in de voedingswaarde, het groeipunt en de zode.     Voedingswaarde grassen Melkgevende koeien moeten hard werken om zoveel mogelijk melk of vlees te produceren. Om deze koeien van voldoende voedingsstoffen te voorzien worden koeienweides zeer regelmatig bemest. Ook selecteren koeienboeren bepaalde soorten Engels raaigras met een hoog energie-, eiwit- en suikergehalte. Dat willen wij natuurlijk niet voor onze paarden, dus deze grassoorten zijn voor paardenweides dan ook minder geschikt. In de natuur is een paard 14 tot 16 uur per dag aan het kauwen. Het maagdarmkanaal van een paard is zo ingericht dat het gedurende de hele dag energiearm, structuurrijk gras kan verteren. Naast gras neemt het paard ook verschillende kruiden en zaden op.  Het soort Engels raaigras, waar 70 tot 100% van een koeienweide uit bestaat, zijn grassoorten die zeer rijk zijn aan eiwit en suiker. Het grootste deel van de suikers in grasplanten komen voor als fructaan. En iedere paardenhouder weet: een overmaat aan fructaan brengt een verhoogde kans op verschillende gezondheidsproblemen met zich mee zoals overgewicht, hoefbevangenheid, spierbevangenheid en insulineresistentie. Groeipunt grassen Een ander verschil is het groeipunt. Gras begint weer te groeien vanuit het groeipunt, daar waar de blaadjes uit de stengel komen. Als het groeipuntje opgegeten is, komt het gras moeilijk weer op gang. Koeien snijden gras af met de tong, paarden daarentegen millimeteren gras met hun tanden. Hierdoor eten paarden gras vele malen korter af dan koeien. Een paardenwei heeft dan ook behoefte aan grassen met een heel laag groeipunt, dicht bij de grond. Hierdoor kan gras nadat het is afgegraasd weer snel aangroeien. Stevige zode Waar een koe na de maaltijd gaat liggen herkauwen, beweegt een paard veel in de wei en staat het bekend om zijn ‘hapje stapje’ graaswijze. Door het vele bewegen, rennen en afzetten met de hoeven op de grond, is een stevige bodem – oftewel zode – belangrijk om de wei optimaal te houden. Pavo Paardengraszaad Door deze verschillen is het belangrijk dat je een paardenwei dus anders inzaait dan een koeienwei. Pavo Paardengraszaad is een graszaadmengsel speciaal aangepast aan de behoeften van paarden. Het bestaat uit 3 verschillende Engelse raaigrassen van het oude type, die zich kenmerken door een zeer laag groeipunt, uitstekende structuurwaarde, zeer standvastig zijn, een hoge resistentie tegen kroonroest en een laag fructaangehalte. Waar roodzwenk zorgt voor een strakker grastapijt, wordt veldbeemd ook wel het betonijzer van de grasmat genoemd, zeer dicht zode vormend. De Timothee in Pavo Paardengraszaad heeft een zeer laag suikergehalte en is erg smakelijk. Het kruidenmengsel bestaat uit Fenegriek, Wilde Peen, Peterselie, Reukgras en Smalle weegbree (3%). Erg lekker én gezond voor paarden! Kunstmest paardenwei Naast het verschil in graszaad is er ook een groot verschil in bemesting van de paardenweide. Dierlijke mest heeft zowel voor de koeienweide als voor de paardenweide een uitstekende bemestende waarden. Varkensmest bevat hogere gehaltes dan rundveemest. Om een gezonde paardenweide te behouden, is het advies om jaarlijks minimaal 20m3 dierlijke mest per hectare te injecteren. Als het voorjaar weer voor de deur staat, zijn veel mensen gewend dat er weer kunstmest gestrooid moet worden. De stikstof die in normale kunstmest zit, komt na het strooien in een dag of tien vrij. Het gras krijgt hierdoor een enorme groeispurt en bevat daardoor meestal relatief hoge eiwit- en suikergehaltes. Sinds 2003 is er een speciale breedspectrum kunstmest voor de paardenweide op de markt: Pavo FieldCare. Pavo FieldCare bevat een speciale stikstofverbinding die langzaam vrijkomt. Het voordeel hiervan is dat het gras goed groeit, maar zowel de suiker- als de eiwitgehaltes in het gras blijven wat lager, doordat niet alle stikstof in één keer vrijkomt. Daarnaast bevat Pavo FieldCare een aantal andere meststoffen, zoals fosfor, kalium, magnesium, natrium en zwavel; allemaal nutriënten die belangrijk zijn voor een gezonde paardenweide! Lees hier meer tips over het onderhoud van de paardenweide.
Lees meer 2m
Voeding en fokkerij
Merrie wordt niet drachtig: oorzaken en oplossingen
Het niet drachtig worden van een merrie is een frustrerend en complex probleem. Problemen in verschillende stadia hebben een belangrijke invloed op het succes van de fokkerij. Maar waarom wordt mijn merrie niet drachtig? En hoe creëer ik de ideale omstandigheden voor mijn merrie? Waarom wordt mijn merrie niet drachtig? Dat een merrie niet direct drachtig wordt, kan verschillende redenen hebben. Problemen kunnen in drie stadia voor komen: helemaal niet drachtig worden, vroege embryonale sterfte en abortus. Het wel of niet drachtig worden van de merrie hangt van verschillende dingen af: Leeftijd: een merrie is al vruchtbaar vanaf de leeftijd van achttien maanden. Hoe ouder de merrie, hoe minder kans er is op een dracht. Geslachtsapparaat: problemen aan het geslachtsapparaat hebben voornamelijk te maken met de vorm van het geslachtsapparaat, cystes en ontstekingen. Management: het belang van management tijdens de dracht is groot. De conditie van de merrie is een belangrijke factor en heeft direct invloed op de vruchtbaarheid. Een optimale omgeving voor je merrie vergroot de kans op een goede vruchtbaarheid en dracht. De cyclus van een merrie kan zelfs ophouden als de voeding slecht is of wanneer de merrie aan te veel stress wordt blootgesteld! De hengst: de populariteit van de hengst is bijvoorbeeld van invloed op het sperma, maar ook de kwaliteit en het bevruchtend vermogen. Type sperma: de kwaliteit en effectiviteit kan verschillen bij vers, gekoeld of diepvriessperma. De combinatie merrie/hengst Stress: stress tijdens de dracht kan ook van invloed zijn op een eventuele vroege embryonale sterfte. Andere oorzaken van vroege embryonale sterfte zijn het niet voldoende produceren van progesteron (het drachtigheidshormoon), afwijkingen in de baarmoederwand, zoals ontstekingen en het niet voldoende binnenkrijgen van voedingsstoffen (door bijvoorbeeld cysten of beschadigingen aan de baarmoederwand). Foetale sterfte, ook wel abortus genoemd, kan optreden bij tweelingdracht, afwijkingen aan de navelstreng, het vroegtijdig loslaten van de placenta, koorts van de merrie en infectie. Creëer de ideale omstandigheid voor een drachtige merrie Je kunt de kans op dracht vergroten, door een ideale situatie te creëren op stal voor jouw drachtige merrie. Denk hierbij aan: Een goede stalhygiëne Zo min mogelijk stress door regelmaat Voldoende contact met soortgenoten Genoeg beweging Daarnaast kunnen de volgende vitaminen en mineralen een positieve invloed hebben op de vruchtbaarheid van de merrie: Beta-caroteen (of pro-vitamine A): hiermee is een merrie eerder in haar cyclus, zorgt voor een betere hengstigheid en vermindert de kans op vroege embryonale sterfte. Vitamine E: een tekort aan vitamine E kan lijden tot onvruchtbaarheid en bij drachtige merries tot misvorming van het veulen (spierziekte, witte spieren) of abortus. Belangrijk dus om dit goed in de gaten te houden! Foliumzuur: dit is het voor vruchtbaarheid zo belangrijke vitamine B11. Selenium: heeft een vergelijkbare uitwerking als vitamine E op de vruchtbaarheid. Het voedingssupplement Pavo Fertile bevat onder andere bovenstaande stoffen en kan hierdoor de vruchtbaarheid van de merrie ondersteunen en zorgt er tevens voor dat de merrie de hengstigheid duidelijker toont. Voeding drachtige merries Idealiter worden drachtige merries in kuddes gehouden op de wei. Gras bevat de ideale voedingsstoffen voor merries. In ruwvoer daarentegen zitten vaak veel minder eiwitten, mineralen en vitamine E. Een tekort aan eiwitten is funest. Eiwitten zijn van essentieel belang voor de groei van alle cellen en weefsels. Zeker in de laatste maanden van de dracht is eiwit belangrijk voor de ontwikkeling van het veulen, zonder dat de merries haar eigen reserves moet gaan aanspreken. Een tekort aan eiwit zorgt ook voor een verminderde melkproductie tijdens lactatie. Een gebrek aan vitamine E verhoogt de kans op het laten staan van de nageboorte. Om inzicht te geven in de voedingsstoffen in je ruwvoer, kun je een Pavo Ruwvoer Quickscan doen. Dit is een snelle en voordelige ruwvoeranalyse.   Tip: ontdek de eiwitwaarde in je ruwvoer met de Pavo Ruwvoer Quickscan! Hoewel in de eerste acht maanden het normale rantsoen van de merrie voldoende is, verandert de voedingsbehoefte van de drachtige merrie in de laatste drie maanden enorm. Het veulen maakt een groeispurt door. Om de merrie in al deze behoefte te voorzien is het verstandig om naast ruwvoer, het energieniveau van de merrie op peil te houden door middel van krachtvoer. Bij tekorten aan bepaalde voedingsstoffen kunnen problemen ontstaan. In de merriebrok Pavo PodoLac zitten alle noodzakelijke vitaminen, mineralen en sporenelementen voor een optimale groei en ontwikkeling van het veulen. Vruchtbaarheidsonderzoek merrie Wanneer de merrie een duidelijke hengstigheid laat zien, kan de dierenarts gebeld worden om het paard te insemineren. De dierenarts zal allereerst beginnen met het doornemen van de fok-en medische geschiedenis van de merrie en het beoordelen van het geslachtsapparaat. Om het geslachtsapparaat te beoordelen, wordt er zowel inwendig als uitwendig onderzoek gedaan. Bij het uitwendige onderzoek wordt de stand en sluiting van de vulva onderzocht. Uitvloeiing uit de vulva kan duiden op een al eventueel aanwezige ontsteking. Wanneer een vulva niet goed sluit, bestaat er een kans dat de merrie lucht naar binnen zuigt. Bacteriën kunnen zo naar binnen komen en kunnen zorgen voor ontstekingen in de baarmoeder. Merries die luchtzuigen door de vulva zullen door de dierenarts moeten worden dichtgezet. Het inwendige onderzoek bestaat uit rectaal onderzoek en een echografie. Bij het rectaal onderzoek wordt de spierspanning in de baarmoeder, de baarmoedermond en de follikel(s) op de eierstok(ken) gecontroleerd. Door middel van een echo controleert de dierenarts of er vocht of cysten in de baarmoeder aanwezig zijn en worden de eventuele follikels gemeten. Wanneer de follikel groot genoeg is, zacht aanvoelt en het paard een slappe baarmoederhals heeft, mag er geïnsemineerd worden.  Het komt ook voor dat er vocht in de baarmoeder zit. Oorzaken hiervan kunnen zijn: bacteriën/schimmels of gisten in de baarmoeder, overmatige reactie na het dekken of een allergie. Deze kunnen aangetoond worden door middel van een swab of biopt. Vocht in de baarmoeder wordt behandeld door de dierenarts door het middel oxytocine of een antibiotica toe te dienen, of het spoelen van de merrie. Cysten in de baarmoeder worden door de dierenarts weggebrand en kunnen ontstaan door een tekort aan nutriënten. Goed voermanagement is dus zeer belangrijk! Heb ik een probleemmerrie? Wanneer een merrie na een aantal pogingen nog niet drachtig is, of niet drachtig wil blijven, is er sprake van een probleemmerrie. Dit kan veel verschillende oorzaken hebben. Het is dan ook verstandig om tijdig contact met je dierenarts op te nemen en samen een plan van aanpak op te stellen. Hengstigheid stimuleren met Pavo Fertile Het supplement Pavo Fertile biedt alle ondersteuning die nodig is om de vruchtbaarheid van een merrie te bevorderen. Het is samengesteld voor het op gang brengen van de cyclus en bevat alle benodigde stoffen voor de voorbereiding van een gezonde eicelontwikkeling. Speciaal geschikt voor merries die de hengstigheid niet duidelijk genoeg tonen.  
Lees meer 4m
Voeding en fokkerij
5 tips: wat te doen bij een moederloos veulen
Het is de nachtmerrie van iedere fokker; een moederloos veulen. Een moederloos veulen kan het gevolg zijn van een gestorven merrie, maar ook als een veulen wordt verstoten of de merrie geen of onvoldoende biest/ melk geeft, moet je handelen alsof het een moederloos veulen is. Tips moederloos veulen Het is van levensbelang dat een veulen zo snel mogelijk  na de geboorte (het liefst binnen 2 uur, en uiterlijk binnen 24-36 uur) de eerste biest binnenkrijgt. Wees daarom goed voorbereid en zorg dat je snel handelt volgens onderstaande tips! 1. Melk de merrie Wanneer de merrie overlijd, kan ze in veel gevallen nog gemolken worden. Biest van de moeder is het best voor het veulen. Zorg daarom dat je zo veel mogelijk biest afneemt. 2. Bel de dierenarts De dierenarts heeft vaak meerdere soortgelijke gevallen meegemaakt en heeft daardoor de nodige praktijkervaring. Hij onderzoekt het veulen grondig en controleert het bloed om te checken of het veulen voldoende antistoffen binnen heeft gekregen. Als het nodig is, behandelt de dierenarts het veulen direct.   3. Aanvullende biest De biest van de overleden merrie is meestal lang niet voldoende. Er zijn meerdere opties, zo kun je voor noodgevallen biest bij de geboorte van een gezond veulen invriezen. Andere merries die pasgeboren veulens hebben, kunnen vaak wel wat biest missen. Zorg dat je een Pavo SOS-Kit in huis hebt. Dit pakket bevat Pavo Colostrum (kunstbiest), Pavo FoalMilk (veulenmelk) en een fles met bijbehorende speen. Pavo Colostrum voorziet het pasgeboren veulen van levensbeschermende antistoffen tegen infecties. 4. Zoek een pleegmoeder Er zijn verschillende manieren om een pleegmoeder te vinden. Dit kan in België o.a. via Dierenartsenpraktijk Katona of Databank moederloze veulens & pleegmoeders van Paardenpunt Vlaanderen. In deze databank kun je naar beschikbare merries zoeken.  Voor Nederland kun je kijken op Veulenzoektmerrie.nl. Hier kun je een oproep plaatsen als je een moederloos veulen hebt. Ook staan er oproepen van beschikbare pleegmerries op de website. Via het kopje ‘actuele oproepen’ kun je contact opnemen met de eigenaren van de pleegmerrie. In Nederland kan ook Merel Dierks van dierenkliniek Dennenoord je helpen. De merries die zij beschikbaar stelt zijn via een behandeling gestimuleerd om melk te geven. Dit zijn dus geen paarden die een veulen verloren hebben. En gebruik Facebook! Plaats een oproep met je verhaal en vraag je (paarden)vrienden om dit te delen. Grote kans dat er goede reacties uit voortkomen. Via de Facebookpagina’s Moederloze veulens of merries die een veulen zoeken en Moederloze veulens en veulenloze moeders kun je ook een oproep plaatsen. Vraag de dierenarts om je te begeleiden bij het proces van kennismaking met de pleegmoeder! 5. Zorg voor opvoeding De moeder is de beste opvoeder, een pleegmoeder het beste alternatief. Lukt het nu niet om een pleegmoeder te vinden, of accepteert ze het veulen niet, dan kan het veulen met de fles grootgebracht worden. Er is een kans dat flessenveulens later afwijkend of vervelend gedrag vertonen. Als het kan, laat het veulen dan in een groep opgroeien om dit te voorkomen. Meer informatie over het fokken van veulens? Kijk dan eens op de website van het KWPN! Wil je meer achtergrondinformatie, tips en adviezen rondom moederloze veulens lezen? Download dan hier gratis de Handleiding voor Moederloze Veulens.   
Lees meer 1m
Voeding en training
00:01:39
Voeradvies: Hoe bewaar ik mijn paardenvoer?
Video: Hoe bewaar ik mijn paardenvoer? Om je paardenvoer zo lang mogelijk goed en vers te houden, is het belangrijk om het goed te bewaren. Zorg er bijvoorbeeld voor dat het altijd op een koele en droge plek staat. Zet het ook altijd op een plek waar je paard niet bij kan komen als hij bijvoorbeeld losbreekt. Bekijk deze video voor meer tips om je paardenvoer optimaal te bewaren! 
Voeding en training
00:01:32
Voeradvies: Hoe vaak voer je een paard?
Video: Hoe vaak voer je een paard? Voor ons mensen is het normaal om drie keer per dag te eten. Maar het spijsverteringskanaal van een paard zit heel anders in elkaar. In deze video vertelt onze voedingsdeskundige Heleen hoe vaak je een paard het beste kunt voeren.
Voeding en training
00:02:35
How to: Hoe werkt de Ruwvoer Quickscan?
Video: Hoe werkt de Pavo Ruwvoer Quickscan? Ruwvoer – gras, hooi en voordroogkuil - is voor paarden de belangrijkste voedingsbron. Het dagelijkse rantsoen van alle paarden bestaat voor 70% tot 100% uit ruwvoer. Om een gezond rantsoen samen te kunnen stellen is het dan ook belangrijk om te weten wat er allemaal in je ruwvoer zit. Met de Ruwvoer Quickscan kun je jouw ruwvoer snel en eenvoudig laten testen op energie, suiker en eiwit. Hoe dat precies werkt? Bekijk het in deze video!
Voeding en training
00:01:26
Voeradvies: Hoeveel voer zit in een voerschep?
Video: Hoeveel voer zit er in een voerschep? Geef jij je paard altijd een schep brokken of muesli? En weet je hoeveel kilo je dan precies voert? Het gewicht kan namelijk verschillen, omdat brokken zwaarder zijn dan muesli's. We leggen het je uit in deze video.
Voeding en fokkerij
00:02:58
Benny en Gert Wezenberg over Pavo Podo®Lac
Benny en Gert Wezenberg over Pavo Podo®Lac Benny en Gert Wezenberg zijn bekende gezichten in de fokkerijwereld en kiezen heel bewust voor de fokkerijproducten van Pavo. "We voeren de merriebrok Pavo PodoLac om de gezondheid van onze fokmerries te verbeteren en daardoor ook gezondere veulens te fokken. Sinds we overgestapt zijn op Pavo zien we een duidelijk verschil bij onze merries en hebben we minder veeartskosten." Bekijk de video voor een kijkje op het bedrijf van Wezenberg!
Voeding en fokkerij
00:02:59
Sjoerd Meekma over Pavo Podo®
Video: Sjoerd Meekma over Pavo Podo Sjoerd Meekma is een bekende fokker binnen de friese paarden en kiest heel bewust voor Pavo podo. "Goed voer komt niet alleen de gezondheid ten goede, maar bespaart ook op de dierenartskosten." In deze video volgden wij hem tijdens de Friese Hengstenkeuring.
Voeding en training
00:02:22
Voeradvies: Hoeveel ruwvoer mag mijn paard?
Video: Hoeveel ruwvoer mag mijn paard? Het allerbelangrijkste eten voor je paard is ruwvoer. Daarmee bedoelen we o.a. gras, hooi en kuil. Het kauwen op ruwvoer zorgt voor een gezonde darmwerking. Maar hoeveel hooi heeft je paard nou nodig per dag? En wordt een paard niet veel te dik van zoveel hooi? Ontdek het in deze video!